Jezus BRIEF 3

Christus Keert Terug en onthult verbijsterende waarheid.

BRIEF 3

Aanwijzing voor het lezen van de Christus brieven:
Aangezien deze Brieven je meenemen naar een spiritueel-mentale dimensie
die het menselijk vlak van activiteiten en beslommeringen transcendeert,
zullen zij zo goed als mogelijk worden opgenomen
wanneer zij worden voorafgegaan door een periode van verstilling en ontspanning.
Bedaar zo mogelijk je geest, ga een staat van innerlijke gedachtenstilte binnen.
Wanneer je in deze volkomen ontvankelijke staat bent
zullen deze Brieven met hun realiteit je menselijk denken binnendringen.

Mijn GRENZELOZE HEMELSE LIEFDE zet mij ertoe aan
om telkens opnieuw terug te keren om aan de mensheid te schrijven,
met de intentie dat,
zoveel van jullie als er klaar zijn om haar te ontvangen,
eindelijk de kennis zullen bezitten die jullie in staat zal stellen
je mens
zijn te transcenderen en in ‘Vader Bewustzijn’ op te gaan,
het ware ‘Liefdesbewustzijn’
waarin alle dingen overvloedig en prachtig gerealiseerd zijn.

Zoals Ik eerder heb gezegd en wens te herhalen,
werd mijn gehele missie op aarde ingegeven door LIEFDE
en was ENKEL gericht op het onderrichten van de Bestaanswaarheid,
want zonder deze kennis is er geen hoop op verlossing van de ziele kwelling
waartoe de mensheid geboren is om die te verdragen.

Ik weet dat deze uitspraak oprechte en toegewijde volgelingen van de Christelijke religie
én diegenen die hun volledige geloofsvertrouwen op de persoon van ‘Jezus’ gevestigd hebben,
veel verdriet zal doen.
Maar Ik zeg je waarlijk, om erin te slagen je te ontdoen van het mens-zijn,
dat je afhoudt van de volledige verwerkelijking van UNIVERSELE WAARHEID
en het begrijpen van de ware aard van de ‘spirituele menselijke’ gesteldheid
die Ik het ‘Koninkrijk Gods’ noemde,
moet jij je afwenden van de oude dogma’s
van ‘redding door het bloed van het lam’,
de Drie-eenheid en andere overtuigingen
en met een volmaakt open ontvankelijke geest tot de BESTAANSWAARHEID komen.

Geen andere redding is mogelijk.
‘God’ kan je niet ‘redden’,
aangezien de mensheid in onwetendheid over de bestaansfeiten,
dezelfde aard-gebonden fouten tot het einde der tijden zal blijven maken
en aldus haar eigen ziek-zijn en ellende zal scheppen. 

Bovendien is dit, wat het geloof van een mens
omtrent ‘redding van zonden’ ook moge zijn,
een menselijke misvatting,
aangezien de Wet van Oorzaak en Gevolg altijd werkzaam is
Deze wet is een intrinsiek, inherent natuurlijk bestaanskenmerk.
Je kunt gevolgen niet scheiden van oorzaken,
noch kun je oorzaken uitvlakken die nog steeds gevolgen hebben.
Op ieder Zijnsniveau is dit de Waarheid.

Je zult nu wellicht voldoende in je denken gevorderd zijn
om de volgende fundamentele waarheid aangaande jouw aardse bestaan
te kunnen ontvangen.

De Wet van ‘Oorzaak en Gevolg’, ‘Oogsten en Zaaien’
is het zichtbare gevolg van wat je ‘elektromagnetisme’ noemt
en niemand met enige kennis van wetenschap,
zou verwachten dat ‘God’ de wetten van elektromagnetisme terzijde zou leggen,
welke die van ‘activiteit-binding-afwijzing’ zijn.
‘Activiteit-Binding-Afwijzing’ of ‘Beweging-Aantrekking-Afstoting’
zijn de fundamentele impulsen van bestaan
en van menselijk bewustzijn zelf,
die jullie zichtbare vormen in het leven hebben teweeggebracht
en zijn de enige scheppings-‘instrumenten’ of -‘werktuigen’.
Zij zijn verantwoordelijk voor de vorming van substantie of ‘materie’
en ook voor de ontwikkeling van geïndividualiseerde vormen
en uiteindelijk van de persoonlijkheid zelf in alle levende entiteiten.

Aangezien deze Wetten essentieel zijn voor jouw geïndividualiseerde bestaan,
is het onmogelijk ze terzijde te schuiven.
Daarom kun je de problemen die inherent zijn aan je geïndividualiseerde bestaan
niet negeren en geloven dat ‘God’ je ervan zal redden.

Jouw enige hoop op volledige ontsnapping,
om uit de tredmolen van menselijke ervaring te stappen,
is om ze te herkennen en te erkennen
en dan van minuut-tot-minuut te werken om ze te transcenderen
en uiteindelijk, in zuiverheid van geest, hart en handelen,
op te gaan ‘in’ en ‘één’ te worden met, Universeel Liefdesbewustzijn,
de ‘Vader’ die het LIEFDESWERK doet.

Tegelijkertijd,
naarmate je groeit in gewaar zijn van de ware AARD van de ‘Vader’
‘die in je is en jou transcendeert en overal om je heen is’,
zul je onwankelbaar geloofsvertrouwen krijgen
dat je in iedere omstandigheid de inspiratie, kracht en verheffing
rechtstreeks van de ‘Vader’ binnenin en rondom je kunt aantrekken.

Je zult komen tot het WETEN dat het echt de ‘Vader’ is die jou steunt
en je naar het Koninkrijk van ‘Vader-Liefdesbewustzijn’ leidt.

Het zal meer dan helder voor je worden dat terwijl de ‘Vader’ universeel is,
de ‘Vader’ ook individueel voor jou is.
de ‘Vader’ kent je, is zich bewust van je denken en je problemen.
Binnen het ‘Vader-Liefdesbewustzijn’ liggen de volmaakte oplossingen op jouw erkenning te wachten.
Wanneer je ze herkent, zul je van pijn verlost worden
als je plooibaar en bereidwillig wordt om te luisteren.

Totdat je bereidwillig bent om te luisteren,
zul je nooit gevuld worden met het ‘Vader-Liefdesbewustzijn’.
Ik zal je een parabel vertellen,

Stel je een kind voor, gillend en schoppend, omdat hij ijs wil.
De hele tijd dat hij deze ophef maakt,
wacht zijn vader geduld
ig bij de deur van zijn kamer,
om hem te tonen dat h
ij hem ijs en fruit heeft gebracht.

Je zou kunnen denken dat deze parabel onwaarschijnlijk is, niettemin is hij waar.

Moeders zullen zich momenten herinneren
waarop kinderen ontroostbaar zijn geweest over iets
en weigeren te luisteren naar wat hun moeder hen zo duidelijk probeert te zeggen
terwijl hun moeder de oplossing voor hen klaar heeft,
zodra zij stoppen met ophef maken en hun tranen drogen.

Ik kan de ziele-kwelling van mensen en hun huilen en wenen zien
en mijn mededogen is grenzeloos.
Je wordt gehoord, maar binnen de context van je huidige bewustzijn,
is er weinig dat Ik voor jou kan doen.

Ik kan de riemen en ketenen,
van jouw jaren van onwetend denken en handelen, niet binnendringen.

Ik zie de pijn die oneindig herhaald wordt in kerken,
in diensten en op kansels door onkundig preken.
Ik zie naties en hun volkeren die zo hun best doen om de moeilijkheden aan te pakken
die uit hun traditionele waarden, culturen en religieuze overtuigingen voortkomen.

Ik zie de beperkingen in hun dagelijks leven,
het gemis aan vervulling van hun behoeften en bedoelingen
en het lijden dat voortkomt uit allerlei intermenselijke betrekkingen.

Het collectieve bewustzijn dat de wereld uitstraalt,
is een moerasdamp van angst, wrok, woede, emotionele beroering
door heftige begeerten, wraak en uitputting,
verweven met mededogen, vastberadenheid om het wereldbewustzijn te verhogen,
toewijding aan de zoektocht naar onvoorwaardelijke liefde
door hen die inspiratie en een zekere mate van verlichting hebben ontvangen.

Ik kom dicht bij mensen die mij aanroepen
en werk met hen om hun leed te verzachten,
maar hun geestestoestand en overtuigingen zijn zo sterk in hun brein ingeprent,
dat mijn Waarheid niet kan doordringen
en nieuwe kennis naar hun geest kan brengen.

Vele mensen hebben gehoord, ofschoon kort en onvolmaakt,
maar hadden de moed niet om nieuwe ideeën te accepteren en zich uit te spreken. 

Bovendien was de tijd niet rijp om door barrières
van menselijk bewustzijn te reiken om je te onderrichten.

Maar nu is de tijd rijp.

Je bent een nieuwe uitstorting van trillingsfrequenties binnengegaan
die je in staat zal stellen het materialisme van het vorige tijdperk gemakkelijker te ontstijgen.
Dit kan als een vreemde uitspraak klinken,
maar er is een universele voorraad kennis aangaande energieën
die je onmogelijk kunt begrijpen.

Op dit moment is geen aardse geest in staat om het te begrijpen.
Het is alleen mogelijk voor je, om je het spectrum van energie ‘in te beelden’,
wat nog geen waarheid is.

Het zal je daarom helpen, als je mijn uitspraken kunt accepteren,
ze aanneemt in vertrouwen, want ze zijn waar.
Je gaat nieuwe trillingsfrequenties aangaande het ‘menselijk bewustzijn’
binnen, die je in staat stellen je voorwaarts te bewegen naar de spiritueel-mentale
ontwikkeling die Ik in Brief 1 beschreven heb.

Aangezien Ik afgedwaald ben, moet Ik nu herhalen:
Je kunt net zo min ontsnappen aan de meest fundamentele Bestaanswetten
aangaande jouw denken en voelen, zaaien en oogsten,
als je aan de wetten van elektromagnetisme in je materiële wereld kunt ontsnappen,
want elektromagnetisme is de IMPULS die de Wet van zaaien en oogsten produceert,
precies zoals elektromagnetisme vorm produceert binnen het fundamentele veld van energiedeeltjes.

Daarom is het niet mogelijk om in Christelijk dogma te blijven geloven
en tegelijkertijd te proberen om deze Brieven te volgen, omdat dogma’s,
betrekking hebbende op ‘redding door mijn dood aan het kruis’,
de Drie-eenheid, lichamelijke verrijzenis uit de dood
en gebruik van wierook en vastgelegde vormen van gebed, bedrieglijk zijn
en de feiten, die nu aan jou in deze Brieven gepresenteerd worden, Waarheid zijn.
Het dogma en de sacramentele versierselen zijn,
wat je ‘de kleren van de keizer’ zou noemen,
om je aandacht en trouw te winnen,
maar verduisteren de Waarheid van mijn leringen.

Daarom moesten deze Brieven geschreven worden.

De enige manier waarop Ik de wereld op dit huidige moment kon bereiken,
terwijl deze in de startblokken staat
om een nieuwe geestelijke/emotionele uitstorting binnen te gaan,
was door een ontvankelijke, gehoorzame en gedeprogrammeerde geest te gebruiken
om de instructie te ontvangen en het handwerk voor mij te doen.

Deze Brieven bieden de enige waarachtige middelen
waardoor mensen het pad naar de spirituele dimensie zullen vinden
waarin alle menselijke fouten wegvagen en waarin enkel liefde overblijft.

Al het andere, dat gezegd zou kunnen worden,
is puur menselijke rationalisering en redenering en deze zijn niet WAARHEID.

Mensen zijn op zoek naar nieuwe manieren om oude problemen op te lossen,
in het bijzonder in Amerika,
maar totdat zij de ware aard van LEVEN, het ego en de Bestaanswetten begrijpen,
versterken zij slechts de aantrekkingskracht van het ‘ego’ en hun pijn zal voortduren.

Onthoud dat, terwijl Ik op de volgende pagina’s
de simpele Waarheid voor je opteken die Ik twee millennia geleden sprak,
deze Waarheid constant en consistent blijft.

Daarom is het alleen mogelijk te komen tot verdieping van jouw begrip van Waarheid,
De waarheid veranderen is niet mogelijk.

Heb je beseft dat, nu je de eerste twee Brieven hebt gelezen,
alles wat Ik tegen de mensen van Palestina zei er een rechtstreeks resultaat van was
dat Ik de ‘bestaansrealiteif in de woestijn had waargenomen, dat niets vast was?
Heb jij je herinnerd dat Ik, in mijn transcendente staat,
toen Ik naar de rotsen, zand, bergen, water onder mij in de Dode Zee keek,
alles een ‘flikkering van stofjes’ leek te zijn?

Rots, zand, bergen, water werden onderling enkel onderscheiden
door het verschil in de intensiteit van de ‘flikkering van stofjes’
en door de klaarblijkelijke dichtheid van stofjes binnen de flikkering.
Er is geen andere manier waarop Ik kan beschrijven wat Ik op aarde zag
of waarop Ik de feiten kan overbrengen aangaande de ware substantie van ‘materie’
en de schijnbaar vaste constructie en bouw van jouw wereld.

In moderne termen
zou je de ‘flikkering van stofjes’ vermoedelijk een trilling van deeltjes noemen.

Misschien zou je de twee termen kunnen combineren
en de meest fundamentele zichtbare ‘realiteit’ beschrijven als een ‘flikkering van deeltjes’.
Dit verklaart het gewaar worden van de ‘lichtgloed’ waarin Ik de deeltjes zag dansen.

Laat mij je, nadat Ik al het voorgaande gezegd heb,
als inleiding op mijn beschrijving van mijn activiteiten in Palestina,
meenemen naar een andere dag tweeduizend jaar geleden.
Toen de zon scheen en de hemel heel helder blauw was
en Ik de heuvels met mijn discipelen begon te beklimmen,
in een poging om ons terug te trekken om te rusten, te mediteren en te bidden.
Maar het mocht niet zo zijn.
Wij hadden gedacht ons te onttrekken,
maar ondanks dat wij de mensen over onze intenties inlichtten,
werden wij eerst door enkelen gevolgd die vervolgens naar anderen schreeuwden
dat wij de heuvels ingingen.

Hoewel wij hen smeekten om naar hun huis terug te keren,
groeiden de enkelen uiteindelijk uit tot een geweldige toeloop van mensen die ons achtervolgden.
Zij drongen er op aan dat Ik tot hen zou spreken.

Je kunt je afvragen waarom zij er zo naar verlangden om naar mij te luisteren.
Intuïtief wisten zij dat Ik woorden van LEVEN tot hen sprak.
Altijd toonde Ik hen de activiteit van de ‘Vader’ rondom hen
en dit gaf hen hoop en hielp hen om de wereld vanuit een nieuwe visie te zien.
Ik sprak tot hen over LIEFDE en zij voelden zich getroost.
Dit was waarom Ik tegen hen kon zeggen,
wetende dat zij het zouden begrijpen en met mij instemmen:

“Kom tot mij, jij die moe en zwaar belast bent en Ik zal je rust geven.
Mijn juk is zacht en mijn last licht.”

Zij wisten dat wanneer Ik deze woorden sprak, zoals Ik regelmatig deed,
Ik de regels en wetten van de Joodse leiders vergeleek met de Waarheid die Ik aan de mensen presenteerde.
Zo geschiedde het, dat toen Ik door de mensen gesmeekt werd om hen te onderrichten,
Ik niet anders kon doen dan op een rots boven hen te gaan zitten en te onderrichten.
Ik was vastberaden dat, als zij van zo ver waren gekomen om mij te horen,
zij iets zouden horen dat zij zich zouden herinneren
en waarover zij waarschijnlijk hun hele leven zouden spreken.

Ik wist dat ondanks alles wat Ik hen over de ‘Vader’ en ‘Vader-Liefde’ had verteld,
zij nog steeds beducht waren door ‘God’ verworpen te worden.
Hoewel Ik geprobeerd had hen te helpen begrijpen
dat de ‘Vader’ van wie Ik sprak,
niet de verpersoonlijkte ‘God’ was die zij vereerden,
wist Ik heel goed dat zij in verwarring waren.

Hoewel Ik hen telkens opnieuw had verteld dat de ‘Vader’ binnenin hen was,
maakten zij zich nog steeds zorgen dat zij zich bestraffing uit den hoge
op hun hals zouden halen door mijn woorden te geloven.

“Wat zou Ik hen die dag moeten onderrichten?” vroeg Ik de ‘Vader’.

Toen merkte Ik de geiten en schapen op,
die op de helling graasden onder de waakzame zorg van hun herder
en mijn boodschap voor die dag kwam mijn geest binnen.

Ik stond op en schreeuwde, zodat mijn stem tot achteraan in de menigte zou dragen:
“Jullie zien deze schapen en geiten die op de heuvels grazen.
De schapen zijn op één plek en de geiten op een andere.”
“Kijk naar de schapen, zij zijn geduldig en niet-agressief tegenover elkaar,
zelfs wanneer zij dicht opeengepakt in een hoek van hun kooi zijn.
Zij grazen rustig, eisen nooit terrein op dat niet voor hen is,
laten de weide kort afgegraasd maar niet beschadigd achter,
zodat het gras zich kan herstellen nadat zij er overheen gegaan zijn.
Het allerbelangrijkste, zij luisteren naar de stem van hun herder.
Daarom zorgt hij goed voor hen.
Hij leidt hen naar de beste weiden en hij slaapt ‘s nachts bij hen,
zodat zij niet door honden of dieven bedreigd of aangevallen kunnen worden.”

“Kijk naar de geiten, hoe zij over de rotsen klauteren en springen
en op lastige of gevaarlijke plekken belanden.
Zij rukken aan de doornstruiken en het gebladerte van bomen.
Zij zijn plunderaars.
Waren ze niet van nut voor de mensheid,
dan zou er voor hen geen plaats zijn anders dan de hele dag vastgebonden
of in de woestijn gezet te worden.”

“Ik kijk naar jullie beneden mij
en Ik weet dat er onder jullie vele schapen zijn
en ook zijn er onder jullie vele geiten.”

Er was enig boos gemurmel,
maar over het algemeen plaagden mensen en stootten ze elkaar gemoedelijk aan
en wezen naar de ‘geiten’ en knikten en lachten.

Het was goed om hen te zien lachen en Ik ging verder:
“Je kunt de schapen herkennen aan hun thuis,
de manier waarop zij hun buren behandelen
en de manier waarop zij door iedereen in hun gemeenschap beschouwd worden.

Je kunt evenzo de geiten herkennen, is het waarschijnlijk dat zij vele vrienden hebben?”
Er kwam een luid gebrul uit de menigte: “Nee-e-e-e!”, gevolgd door veel gelach.

“Gaat de herder achter de geiten aan en zorgt hij voor hen
of moeten zij voor zichzelf zorgen
en zelf naar huis komen om ‘s avonds gemolken te worden?”

Opnieuw lachte de menigte en schreeuwde verschillende antwoorden,
sommige heel amusant en geestig.

“En zo is het met jullie die schapen zijn
en diegenen onder jullie die geiten zijn ,
jullie worden door de ‘Vader’ beschermd als jullie schapen zijn
en jullie worden niet door de ‘Vader’ beschermd als jullie geiten zijn,
omdat jullie iedere dag koppig jullie eigen verlangens volgen
en waarschijnlijk een spoor van vernieling achter je laten.

Vertel mij, kan de ‘Vader’ de mensen beschermen die geiten zijn?”
De menigte was stil en luisterde geconcentreerd.
“Zul je dan zeggen dat de ‘Vader’ kwaad is op de geiten en hen niet zal beschermen
of zul je eerder zeggen dat, precies zoals de herder voor zijn schapen zorgt
en hij voor de geiten zou zorgen als zij het zouden toelaten,
de ‘Vader’ evenveel van schapen en geiten houdt,
maar machteloos is om hen op gelijke wijze te beschermen
vanwege het natuurlijke gedrag van de geiten?”

“Kijk ook naar de eetgewoonten van schapen en geiten.
Schapen zijn er tevreden mee om allen gras te eten,
waarvoor hun maag uitstekend ontworpen is,
maar de geit zal alles eten wat zij tegenkomt,
zij heeft absoluut geen respect voor haar gestel.

Zo is het met mensen die geen acht slaan
op datgene waarmee zij hun geest zullen voeden,
aangezien zij geen vastgesteld doel of duidelijke bedoeling hebben.

Net als geiten, herkennen zij niet wanneer mentaal voedsel schadelijk is
of hen de weg laat inslaan die zij in hun dagelijks leven niet zouden moeten gaan
of dat het hen naar schadelijke mythen of gevaarlijke misvattingen zal leiden.”
“Zij zwerven rond, nemen het mentale equivalent op van doornstruiken,
oude schoenen, stukjes doek, bladeren, distels, onkruid, want hen ontbreekt goed verstand.”

Een man riep naar mij:
“Meester, wat als een persoon, die een schaap is, een fout maakt
en zichzelf in de problemen brengt, zal de ‘Vader’ hem dan verlaten?”
Ik stelde hem een vraag bij wijze van antwoord:
“Wat doet de herder wanneer één van zijn schapen in een kuil valt
of over een rots struikelt of in doornstruiken verstrikt raakt?

Ik zal het je vertellen.
De herder verlaat zijn kudde en spoort vlug het ontbrekende schaap op
en zal het niet verlaten tot hij het in veiligheid heeft gebracht.

Zo is het met de ‘Vader’,
zelfs een schaap kan niet vermijden op een of andere manier fouten te maken,
maar wees er zeker van dat de ‘Vader’ onmiddellijk op zijn blaten reageert en het redt.

En als een geit zich als een schaap zou beginnen te gedragen
en aandacht zou besteden aan de stem van de herder,
dan zal ook zij onder de bescherming van de herder komen
en verzorgd worden net zoals de schapen verzorgd worden.”

“Zo is het met jullie en het Koninkrijk der Hemelen, het Koninkrijk ‘Gods’.”

Verscheidene stemmen riepen en vroegen mij om hen te vertellen
wat Ik bedoelde met het ‘Koninkrijk Gods’.
“Wat Ik jullie vertel is anders
dan alles wat jullie al van enige profeet op enig moment gehoord hebben.”
“Probeer niet te begrijpen wat Ik zeg
door te denken aan wat jullie door jullie Leraren verteld is.
Zij kunnen enkel herhalen uit de geschriften
en hebben geen persoonlijke kennis van het Koninkrijk Gods of der Hemelen.”

“God ligt niet besloten binnen één bepaalde plaats,
maar is overal net als de hemel en de lucht boven jullie.”

“Het Heilige Woord sprak waarlijk, wanneer het zegt,
‘In God leeft u, beweegt u en heeft u uw wezen’.”

“Want het Koninkrijk Gods is boven, rondom en ook binnenin je
en je kunt het Koninkrijk Gods binnengaan.”

Mensen schreeuwden ongeduldig: “Maar wat is het?”
“Het is een gesteldheid van geest en hart
die geheel vervuld is van ‘God’, jouw ‘Vader’.
Wanneer je in deze gesteldheid bent,
is de ‘Vader’ het hoofd van je lichaam en leidt alles wat je doet en je gehele leven.”

Sommige mensen mopperden. “Hoe kan dit?”
“Het is mogelijk om zo geleegd te zijn van zelf, van zelfzuchtige verlangens,
haat, woede, jaloezie, hebzucht, wraakzucht dat de besturing van geest en hart enkel aan ‘God’ wordt over gelaten.”

“Wat gebeurt er dan?” vroeg een vrouw.
“Dan ga je ‘de Gesteldheid van Zijn’ binnen, die ‘door God geleid’ wordt;
Het is algeheel prachtig en luisterrijk.
Het is liefde, het is vrijgevigheid,
het is zorgen voor andere mensen zoals je voor jezelf zorgt,
het is niet veroordelend,
aangezien je andere mensen precies accepteert zoals zij zijn
wetende dat ook zij kinderen ‘Gods’ zijn
en evenzeer door de ‘Vader’ verzorgd worden.

Het is een onmetelijk, onbeschrijflijk geluk,
het is vreugde over de schoonheid van de wereld,
het is onbeperkt leven en toegenomen energie,
het is gezondheid en het is vervulling van iedere behoefte,
zelfs voordat je weet dat je een dergelijke behoefte hebt.”

“Waarom vertellen de Rabbijnen ons deze dingen niet?” klaagden verscheidene stemmen.
“Omdat alleen Ik de ‘Vader’ heb gezien,
alleen Ik weet hoe de wereld en de Bestaanswetten zijn gemaakt.
En omdat Ik al deze dingen weet, hoef je maar naar mij te komen en te vragen
en Ik zal alles openbaren wat aan mij gegeven is.

Ik zeg je waarlijk, even zovelen van jullie als er mijn woorden geloven en begrijpen
en proberen mijn woorden dagelijks toe te passen,
zullen gered worden van de beproeving die de mensheid doorstaat.

Je lijdt omdat je niet begrijpt hoe je geschapen bent,
noch begrijp je de werkelijke bedoelingen niet waarvoor je geboren bent.”

“Je bent geboren om zonen en erfgenamen van de ‘Vader’ te zijn,
je bent geboren om van alles te genieten dat de ‘Vader’ in Zichzelf is
en van alles wat de ‘Vader’ jou kan geven.

Maar je wendt je af van alle glorie van het Koninkrijk
en probeert genoegen te vinden in aardse dingen.
Zolang je dit doet, zul je nooit het Koninkrijk Gods vinden,
noch het Koninkrijk der Hemelen binnengaan.”

“Hoe zullen wij het Koninkrijk binnengaan?”
“Ik heb je dit reeds verteld.
Je gaat het Koninkrijk der Hemelen binnen
wanneer je alles wat je in jouw hart en geest bent berouwt.

Wanneer je jouw kwaad naar de ‘Vader’ brengt
en om vergeving vraagt en om de kracht bidt
om van je kwade gedachten, woorden en daden gereinigd te worden
en je uiteindelijk van ze af bent, dan mag je er zeker van zijn
dat je op het punt staat om het Koninkrijk der Hemelen te vinden.

Wanneer je dit hebt bereikt,
zul je bemerken dat je houding tegenover anderen aan het veranderen is,
want de ‘Vader’ zal Diens LIEFDESWERK binnenin je doen.

Je zult vrij zijn van de ketenen en riemen van de kwade verlangens en daden
die je vroeger bonden en van jou een gevangene in de wereld maakten.

Meer dan dit, je zult ontdekken
dat de ‘Vader’ aan iedere behoefte van jou tegemoet komt.

Een vrouw schreeuwde:
“Ik heb op dit eigenste moment een behoefte, Meester, ik heb honger.”
De mensen lachten, maar toen sloten verscheidene stemmen zich hierbij aan en zeiden:
“Wij hebben vele uren met u doorgebracht, u liet ons lopen en lopen
voordat u er mee instemde ons te onderwijzen.
Wij hebben u getoond dat wij de goede schapen zijn.
Wilt u ons niet helpen en onze honger stillen?”

Ik besefte dat zij de waarheid spraken en voelde diep mededogen met hen.
Zij hadden mij niet enkel gevolgd voor genezing,
maar omdat zij verlangden de Waarheid te kennen zoals die door de ‘Vader’ aan mij gegeven was.

Ik had hen verteld dat de ‘Vader’ hun behoeften bevredigde.
Dit zou een gelegenheid zijn om hun de kracht van geloofsvertrouwen
en de Kracht die ‘God’ is te tonen. Ik zou hen bewijzen dat niets onmogelijk is
wanneer je waarlijk gelooft zoals Ik geloofde en waarnam.

Ik riep mijn discipelen bij mij en zei hen uit te zoeken
of er iemand aanwezig was die voedsel had.
Zij vonden een jongetje met broden en vissen en brachten ze naar mij.

Ik trok me enigszins uit de menigte terug en overdacht in stilte de broden en vissen,
wetende dat zij enkel “God’ Geestkracht’ waren,
de substantie van alle zichtbaar gemaakte ‘materie’.

Ik wist dat de “God’ Geestkracht’ onbeperkt en krachtig actief was binnen mijn bewustzijn.
Ik wist dat de aard van de ‘Vader’ vervulling van behoeften is.

Terwijl Ik het voedsel zegende,
voelde Ik de KRACHT volledig door mijn geest, lichaam en handen stromen
en Ik wist dat de honger van de mensen gestild zou worden.
Ik wist niet hoe dit zou geschieden, Ik wist gewoon dat het gebeuren zou.
Ik nam toen de manden met voedsel en zei de discipelen het te verdelen,
me absoluut zeker voelend, dat iedereen net zo veel voedsel zou hebben als zij nodig hadden.

Terwijl het gebroken en rondgegeven werd, vermenigvuldigde het voedsel zich,
tot de hele schare gevoed en voldaan was.
Er waren verschillende manden met restjes.

Op deze manier demonstreerde Ik dat:

  • ‘materie’, wat er ook zichtbaar is in het heelal, geest/bewustzijn is,
    zichtbaar gemaakt door de trilling van de ‘stofjes’
    (wat de wetenschap deeltjes noemt).
  • veranderingen in de ‘trilling van stofjes’, derhalve veranderingen in ‘materie’,
    plaatsvinden als gevolg van een krachtig gerichte, gedisciplineerde, geconcentreerde beweging/verbeeldingskracht in geest / bewustzijnsenergie.
  • wanneer iemand puur vanuit een ‘Liefdesbewustzijn’ handelt om anderen goed te doen,
    de enige grenzen aan het ‘Vader’ LIEFDESWERK binnen de wereld,
    DE GRENZEN ZIJN DIE DE GEEST VAN DE MENS STELT AAN DAT WERK.
  • dergelijke veranderingen in ‘materie’ slechts kunnen plaatsvinden,
    wanneer het bewustzijn van ‘de mens’
    volmaakt in harmonie en verenigd is met ‘Vader Universeel Bewustzijn.

Hoewel er verbazing onder de mensen en mijn discipelen was,
toen de mensen op deze manier gevoed werden,
begreep niet één van hen hoe zo iets verwezenlijkt werd.
Zij konden enkel concluderen dat dit het grootste wonder was dat zij ooit gezien hadden.

Het bevestigde ook hun overtuiging dat Ik de Zoon van God was.

Op een andere dag zat Ik onder een boom buiten Bethesda,
omringd door mensen die hun zieken gebracht hadden om genezen te worden.
Zoals altijd, verbaasden zij zich over de terugkeer van leven en gezondheid in deze mensen
en vroegen zich af hoe zulke wonderen gedaan konden worden.

Opnieuw probeerde Ik hen de Kracht van geloofsvertrouwen te doen begrijpen.

In de evangeliën staat geschreven dat Ik zei dat,
“indien een mens geloofsvertrouwen had zo groot als een mosterdzaadje”,
hij in staat zou zijn bergen te verzetten.

Deze uitspraak is een mis-interpretatie van wat Ik werkelijk zei
en het onthult hoe weinig mijn discipelen en evangelisten mijn leringen begrepen
toen wij op aarde waren.

Als een persoon ‘geloofsvertrouwen’ zo groot als een mosterdzaadje zou hebben,
wat betekent dat?
Hoe kun je geloofsvertrouwen op zo’n manier meten?

Geloofsvertrouwen is geloofsvertrouwen.

Het is een ‘kracht van totale overtuigdheid’ in de geest,
die de geest in beslag neemt en kan niet beperkt worden tot ‘omvang’.
Geloofsvertrouwen, voortkomend uit je behoefte om in iets te geloven,
omdat een dergelijk geloof jouw bedoelingen op een bepaalde manier zal dienen,
kan krachtig en sterk zijn, maar kan nooit in ‘omvang’ geschat worden!

Geloof is zelfs sterker.
Geloof is het product van wat je gehoord hebt en logica.

Omdat je iets gehoord hebt en overtuigd bent dat wat je gehoord of gelezen hebt waar is,
ontwikkel je een diep geloof in wat je gehoord hebt.

Je gelooft dat het waar is.
Je gelooft op een totale, volledige manier die tegenspraak trotseert.
Ik vertelde de mensen constant: ‘Geloof dat je zult ontvangen en je zult ontvangen’.

Ik wist echter op dat moment dat het voor de mensen vrijwel onmogelijk zou zijn
om ooit het geloofsvertrouwen te hebben waardoor er wonderen zouden gebeuren,
want hoezeer Ik hen ook Waarheid zou verklaren,
zij zouden toch nimmer het intense weten hebben dat mij in de woestijn gegeven werd.

Maar nu Ik op kleine schaal het verhaal van mijn verblijf op aarde in Palestina vertel,
is het met de intentie dat jij, mijn lezer, zult beginnen de kennis waar te nemen
en te begrijpen die mij gegeven werd tijdens mijn verlichting.

Het is mijn intentie jou kennis te geven.
‘Van horen zeggen’ is wanneer je iets wordt verteld,
maar je niet echt kunt bewijzen dat het waar is.
Kennis is, wanneer je iets wordt verteld of iets leest
en omdat wat je nu gehoord of gelezen hebt, logisch en realistisch past
bij alle verwante stukken kennis die reeds in je geest aanwezig zijn
en je het op een realistische, logische manier kunt begrijpen en geloven.

Zo wordt de nieuwe informatie tot kennis.

Je WEET dat wat je nu ‘weet’ WAAR is.
Je hebt een gevoel van ‘overtuigdheid’.

Tot op dit moment hebben sommigen van jullie,
geloofsvertrouwen gehad in ‘Jezus Christus’,
maar jullie zijn als vroegrijpe kinderen geweest.
Je geloofsvertrouwen is gedeeltelijk blind en aanvaardend geweest,
evenwel doorweven met veel twijfel.

Daarom, wat er ook voor je gedaan moest worden,
jij rekende op ‘Jezus’ voor het werk dat volbracht moest worden.
Terwijl veel, waarvan je gelooft, dat je het rechtstreeks van ‘Jezus’ hebt betrokken,
in feite je eigen ‘geloofsvertrouwen in Jezus’ is geweest,
wat zichtbaar is gemaakt in de vorm van dingen waarom gevraagd is.

Terwijl dit kinderlijk ‘geloofsvertrouwen’ heel belangrijk is voor je welzijn,
moeten diegenen van jullie
die in staat zijn voorwaarts te gaan op het spirituele pad naar volmaaktheid,
nu een dieper niveau van ware kennis over de relatie tussen geest en ‘materie’ bereiken.
Zonder dit fundament zullen mensen blijven ploeteren in religieuze mythen
en zullen opgesloten zijn in de ellende van de menselijke gesteldheid.
Toen Ik op aarde was, sprak Ik de Waarheid tot de mensen,
maar het werd voortdurend verkeerd geïnterpreteerd.

Wat Ik echt zei aangaande geloofsvertrouwen was dit:
“Je ziet deze geweldig grote boom.
Hij is gegroeid uit het meest minuscule zaadje dat denkbaar is.
Zie de enorme stam en takken en gebladerte.
Heel die enorme groei is uit een klein zaadje gekomen.”
“Hoe is zoiets ontstaan?
Vanwaar kwam al het hout in de boom en het gebladerte dat hem tooit?
Is dit niet net zo’n wonder als de wonderen die Ik voor u dag na dag verricht?
Is de groei van deze boom, niet net zozeer het werk van de ‘Vader’,
als de genezing die plaatsvindt in zieke mensen?”

“Ik vraag je, wat is een zaadje? Kun je mij dat vertellen?
Nee, dat kun je niet, maar Ik zal het je vertellen.”
“Het is een minuscule entiteit van ‘bewustzijnskennis’.
Het is de ‘bewustzijnskennis’ van wat het worden zal.
Het is een brokje ‘bewustzijn’, onttrokken uit ‘Goddelijk Scheppend Bewustzijn’.”
“Het is een brokje geesteskracht onttrokken van ‘Vader-Geesteskracht’ …
die, wanneer in de aarde geplant en door regen begoten,
zich zal beginnen te bekleden met de zichtbare ‘materie’ ,
waarvan het kennis bezit diep binnenin zichzelf.
Deze kennis is waar, is standvastig, is sterk en niet aflatend.

Deze zelf-kennis belichaamd in het zaadje is een overtuigdheid in ‘bewustzijn’.”
“Alle levensvormen komen voort uit deze gerichte zelf-kennis,
een ‘overtuigdheid in bewustzijn’.
Deze ‘overtuigdheid in bewustzijn’ is wat de levenloze grond en rotsen scheidt van
alles wat leeft en groeit op het aardoppervlak.
Waar geen ‘overtuigdheid in bewustzijn’ of ‘identiteitskennis’ is, is geen groei.
Het bewustzijn in grond en rotsen blijft ‘bewustzijn’ in een latente vorm.”

“Daarom, als je zou kunnen geloven in hetgeen je vraagt,
net zo krachtig als een mosterdzaadje zijn eigen identiteit kent,
zou je in staat zijn alles te doen wat je wilde.”

“Als je binnenin jouw geest een zaadje zou kunnen dragen,
het vervolmaakte plan van je oprechtste doelen
en voorbij iedere twijfel zou weten dat het kan groeien
en tot volmaakte bloei kan komen,
zou je dit fantastische zaadje een eigen leven zien aannemen,
dat zich dadelijk in je leven zou manifesteren.”

“En je zou zeker de bergen in je leven kunnen verzetten;
die bergen die op je pad staan
en je ervan weerhouden om alles te bereiken wat je zou willen …
bergen die in tijden van roekeloosheid en kwaad denken door jezelf geschapen zijn.”

“Als je schepping en bestaan maar zou begrijpen,
zou je in staat zijn een leven te leven van totale vrijheid, onbeperkt succes
en transcendente vreugde.”

“Probeer te begrijpen en je zult ontdekken dat, beetje bij beetje, begrip tot je zal komen.”

“Klop op de deur van het universum die toegang geeft tot ‘God’
het ‘Universele Vader-Bewustzijn’ en uiteindelijk zul je de deur zien openzwaaien
en zul je toegang hebben tot de geheimen van de wereld.”

“Geloof enkel en je zult ontvangen.”

 Ik herinnerde hen er ook te allen tijde aan:
“Enkel diegenen met reine geest en hart zullen deze machtige dingen volbrengen.’

De kwaad-aardigen mogen dan een tijdje gedijen,
zoals kwade koningen en plunderende legers
en anderen die onrechtvaardigheden in hun geest koesteren;
het is hen toegestaan hun werk een tijdje te doen,
aangezien uit het kwaad ook enig goed kan voortkomen,
maar uiteindelijk falen zij en wordt hun naam door de rest van de wereld verguisd.

‘Daarom, zovelen van jullie die verder kunnen komen, onderzoek je motivatie.

Verlangens die enkel geboren worden
uit zelfzuchtig verlangen naar rijkdom of comfort
eindigen uiteindelijk in ontgoocheling, ziekte en dood.’ 

En Ik zeg tegen jullie die deze woorden lezen
laat niemand het wagen de Waarheid te ontkennen die Ik spreek
totdat ook hij het Pad van Zelf Ontkenning gegaan is
dat Ik op aarde gegaan ben en dezelfde vereniging met ‘de ‘Vader’
en de hoogten van onweerlegbare kennis en begrip bereikt heeft die Ik bezat.
Wanneer jullie dit alles bereikt hebben,
zullen jullie niet langer enig verlangen hebben
om de waarheid te ontkennen die Ik tegen jullie spreek,
maar zullen jullie niet in staat zijn jezelf te bedwingen
om jullie met ‘mij’ te verbinden teneinde jullie medemensen te onderrichten.
Tot dat moment, bewaar je rust en laat geen mens jullie onwetendheid kennen.

Hoe dikwijls omarmen mensen overal ter wereld blij mijn leringen als zijnde zeer ethisch
en de meest volmaakt geformuleerde richtlijnen voor goed gedrag en goed dagelijks leven.
Zij voegen er echter vlug aan toe dat de verhalen over wonderen genegeerd zouden moeten worden,
omdat zulke afwijkingen van natuurlijke wetten van het universum niet mogelijk zijn.

Dit soort gedachten bouwt barrières op voor de toekomstige vooruitgang
in spiritueel-wetenschappelijke ontwikkeling waartoe de menselijke geest in staat is.

In feite ben Ik niet naar de aarde gekomen
om een nieuwe religie of hogere morele code te introduceren dan die,
welke gegeven is door Mozes in de Tien Geboden.
Mijn bedoeling was om een nieuwe opvatting over ‘God’ als schepper
en begrip van het bestaan zelf te brengen.

Vanuit die kennis zou er een nieuwe manier van leven komen.
De correcte houding ten aanzien van mijn missie op aarde,
in dit derde millennium,
is om te erkennen dat de ‘wonderen’ die Ik verrichtte
de capaciteiten van de gemiddelde mens op dit moment te boven gaan.

Zulke ‘wonderen’ waren echter voorbeelden van wat in de toekomst bereikt kan worden
als de geest van mensen volledig met de werkelijke bestaanskennis is doordrenkt
en ook door geloofsvertrouwen, meditatie en gebed,
volledig is afgestemd op en doordrenkt met ‘Universeel Levens/Liefdesbewustzijn’.

Was het echt waar dat Ik ‘op water liep’
toen mijn discipelen zich op een boot inscheepten om het meer over te steken?

Als je de bijbelse beschrijving van dit incident hebt gelezen,
zul je beseffen dat de discipelen mij hadden achtergelaten.
Ik verlangde naar een gelegenheid om me van alle menselijk contact te onttrekken,
me in de heuvels terug te trekken en nogmaals in een diepgaande meditatie
mijn bewustzijn in staat te stellen met de universele dimensie van ‘God Bewustzijn’ te versmelten.

Tijdens deze spirituele staat die het menselijk bewustzijn transcendeert,
verdween alle gewaar-zijn van lichamelijkheid
en verrukt werd Ik in de Universele Levensstroom verheven
en wist dat het UNIVERSELE LEVEN alles was,
dat LEVEN de realiteit van mijn bestaan was
en al het andere maar tijdelijk veranderende verschijningen waren
van zichtbaar gemaakt UNIVERSEEL LEVEN.

Ik wist, Ik voelde, dat Ik HET LEVEN ZELF was
en toen Ik voorbij aards bewustzijn in het universele LEVENSBEWUSTZIJN gleed,
werden de wetten, die mijn lichamelijke wezen regeren, getranscendeerd
en waren niet langer van toepassing op het vlees en bloed van mijn menselijk lichaam.

Ik verlangde ernaar om me te verplaatsen in deze nieuwe transcendente staat
en bemerkte dat Ik uit mijn grot zweefde.
Ik kon mijn discipelen op het meer zien en wist dat zij in gevaar waren.
Moeiteloos dreef Ik naar beneden over de heuvel naar de oever
en terwijl Ik contact begon te maken met mijn normale menselijke aangelegenheden,
in dit geval mijn discipelen, bemerkte Ik dat Ik op het water tot stilstand kwam.
Ik was echter nog steeds in die toestand waarin Ik volledig besefte dat Ik,

Zelf geïndividualiseerd LEVEN was
en daarom werd mijn lichaam doorstraald met LEVENSKRACHT
die de atomaire structuur van mijn lichamelijke staat bleef
verlichten en transformeren.

Je moet begrijpen, dat horen en denken in de menselijke bewustzijnsstaat
en in de opstijging in de TRANSCENDENTE VERWERKELIJKING van UNIVERSEEL LEVEN,
wanneer het persoonlijke bewustzijn uit het lichamelijke gestel wordt teruggetrokken
en geheel met ‘Universeel Vader Bewustzijn’ versmolten is,
tot twee volledig verschillende zijnsdimensies behoren.

Het menselijk bewustzijn kan inspiratie van het ‘Universele Vader Bewustzijn’ ontvangen,
maar de ontvangen inspiratie vermengt zich met de menselijke gesteldheid
en wordt herhaaldelijk verkeerd geïnterpreteerd
aan de hand van de voorraad kennis die het brein al heeft
en daardoor mede de denkprocessen zelf al beheerst heeft.

Helaas is de inspiratie die je ontvangt vervuild en vervormd
door je huidige sterk vastgehouden overtuigingen.

In tegenstelling daarmee rijst
de TRANSCENDENT WAARNEMENDE en REALISERENDE STAAT
uit boven de lichamelijke gesteldheid, laat die onder zich.

Het brein heeft niet langer de leiding.
Het heeft niet langer enige invloed op de Transcendente Waarnemende staat die zelf Waarheid is.
Het wordt niet langer geregeerd of geraakt door menselijk geloof.
Het is in een staat van ‘Wat Echt Is’ achter zichtbare manifestatie en bestaan,
in plaats van in de menselijke dimensie van ‘Wat Het Gelooft dat Bestaan is’.

Het is in de Transcendente Bewustzijnsstaat waar ‘wonderen’
slechts de normale uitwerking van de Universele Wet zijn.

Voordat Ik verder ga met deze beschrijving van mijn leven op aarde,
wil Ik opnieuw benadrukken, dat alles in het universum,
een bepaalde en geïndividualiseerde BEWUSTZIJNSSTAAT is
die zichtbaar gemaakt is.

Ik heb moeten afdalen uit mijn huidige BEWUSTZIJNSSTAAT van UNIVERSELE LIEFDE
om opnieuw mijn leven op aarde te ervaren
dat onuitwisbaar ingeprent blijft binnen de bewustzijnsenergie van de wereld zelf,
die dateert uit de tijd van het scheppingsmoment.

Je moet begrijpen dat toen Ik mijn lichaam in Palestina verliet,
Ik alles achter mij liet wat tot dat leven behoorde. Ik had mijn missie volbracht.
Daarom, toen Ik aan het kruis stierf, werd Ik bevrijd, werd Ik opgeheven
in luisterrijk LICHT om aan dat LICHT deel te nemen, om het LICHT te zijn
en me te verheugen in het LICHT
dat Universele Liefde, Leven, Schoonheid, Harmonie, Vreugde en Vervoering is.

TUSSEN VERSCHILLENDE NIVEAUS VAN ‘BEWUSTZIJN’ BEWEGEN
is geen gemakkelijke of aangename opgave.
Het is enkel omdat mijn missie op aarde niet voltooid was toen Ik in Palestina stierf,
dat Ik nu terugkom om je het binnengaan in een nieuw tijdperk,
in een nieuwe fase van geïndividualiseerd bestaan op aarde te helpen voorbereiden.

Je zou enig begrip kunnen krijgen
van wat Ik bedoel met het ‘ongemak van deze onderneming’,
wanneer jij je de momenten herinnert,
waarop je een bepaalde diepe droefheid in je leven hebt opgeroepen
en je bemerkt dat je in bijna dezelfde mate van spanning en emotionele stress reageert
als je deed toen de droefheid werkelijk plaatsvond.

Terugblikken op voorbij lijden en smart zal maken dat je wilt huilen.
Je zult de oorspronkelijke depressie en treurnis voelen terugkeren
terwijl je dat moment in jouw verbeelding herbeleeft.
Je wilt je misschien terugtrekken van mensen omdat jouw ‘bewustzijn’
nu uit je voormalige staat van gelukkig, vreedzaam equilibrium is afgedaald
om opnieuw de ‘verlaagde bewustzijnstrillingen en bewustzijnsvormen’ te ervaren,
die je op het aanvangsmoment van je lijden geschapen hebt.

Veranderende stemmingen wijzen op een verandering in je bewustzijnsenergie.
Een verheffen van jouw bewustzijnstrillingen geven je
een lichamelijke, emotionele en geestelijke verheffing, die je je gelukkig doet voelen.

Een verlaging van je bewustzijnsenergie zal het functioneren van jouw gehele
systeem verlagen en je zult het begin van een depressie voelen,
of op zijn minst een verlagen van de voormalige veerkracht die je genoot.

Ik beschrijf je een bestaansfeit.
Jouw hele universum manifesteert de verschillende trillingsfrequenties
van bewustzijns-energiedeeltjes.
Wanneer deze frequenties zich van het ene niveau naar het andere omhoog of omlaag bewegen,
manifesteren de zichtbare en fysieke structuren verschillende energieniveaus
en is er een verandering van mentale patronen en emoties en van het uiterlijk.

Uit mijn bewustzijnsstaat afdalen
om de omstandigheden van mijn tijd op aarde opnieuw binnen te gaan,
wordt enkel ingegeven door mijn liefde voor de mensheid.

Tweeduizend jaar lang hebben Christenen het trauma van mijn kruisiging herbeleefd.
Sommige mensen hebben zelfs de stigma’s ervaren
die niets meer zijn dan een hysterisch en morbide emotioneel antwoord
op wat zij geloven dat Ik doorstaan heb.

Mensen hebben zich in een emotionele kramp gewerkt die aan waanzin grenst,
terwijl zij zich de kwelling voorstellen van mijn lijden voorafgaand aan mijn dood.

Hun emotionele dankbaarheid voor wat Ik doorstond,
brengt hen in een staat van lichamelijke kwelling.
Dit wordt toegeschreven aan jullie Goede Vrijdag
en Ik ben speciaal gekomen om met je over mijn kruisiging te praten
en om je te vertellen dat je alle drama moet opgeven dat geassocieerd is met de herinnering aan deze dag.

Ik stierf en dat was, voor mij, een wonderbare verlossing!
Het is tijd dat mensen ontwaken uit hun lange, lange droom
en het bestaan leren begrijpen zoals het werkelijk is,
evenals de waarheid aangaande mijn kruisiging, welke tot deze tijd verborgen is geweest.
Op Goede Vrijdag, jaar na jaar, door de eeuwen heen,
hebben jullie een vervuilde traumatische ‘bewustzijnsstaat van zijn’
in de wereld geschapen, die zo ver verwijderd is van de spirituele dimensie
van UNIVERSEEL SCHEPPEND BEWUSTZIJN
als de hel verwijderd is van de hemel.

Nu Ik ervoor gekozen heb
mijn leven op aarde in de persona van ‘Jezus’ te herbeleven,
door de geest van iemand die mijn woorden ontvangt,
teneinde de wereld te helpen verder te gaan
naar een nieuwe fase van spirituele/mentale ontwikkeling,
vraag Ik diegenen die mijn woorden kunnen ontvangen om dit gebruik,
om mijn dood te herdenken en lichamelijke ‘zelf-ontkenning’ te beoefenen
tijdens je vastentijd, teneinde mijn 40 dagen in de woestijn te gedenken,
op te geven.

Je zult je nu wel realiseren, dat mijn tijd in de woestijn,
een periode was van grote vreugde en gelukzaligheid van geest.

Vele gebeurtenissen van grote spirituele betekenis vonden plaats vlak voor mijn dood,
gebeurtenissen die uitstekende voorbeelden zijn
van het in actie zijn van de grote Kosmische Wetten binnen jouw bestaansdimensie.

Ik geef je nu een korte beschrijving van deze belangrijke gebeurtenissen,
aangezien het mijn doel is om jouw geest volledig te verlichten,
om je kennis te geven voorbij welke kennis dan ook
die al door enig ander persoon in jouw universum ontvangen is.

Toen Ik mijn discipelen op mijn naderende dood begon voor te bereiden,
was dat een immens moeilijke taak.
Zij konden hun schok en verbazing nauwelijks beteugelen.
De gedachte dat Ik gekruisigd zou worden als een gewone misdadiger,
was te weerzinwekkend voor woorden
en evenmin wilden zij mij uit hun midden verliezen.
Ik had hen geroepen om mij te volgen en levens achter zich te laten
die tamelijk voorspoedig geweest waren.
Zij hadden hun huis en familie verlaten
om hun leven opnieuw rondom mij en mijn werk op te bouwen.
Zij waren trots geweest op mijn rondgang door de steden.
Zij waren bereid geweest om met mij geassocieerd te worden
en als mijn discipelen bekend te staan
ondanks de afwijzing en harde kritiek van hun Religieuze Leiders.
Bovendien hielden ze van me en respecteerden ze mij,
zowel voor de manier waarop Ik mijn eigen leringen leefde
als voor de manier waarop Ik zoveel mensen mededogend had genezen
en troost had gebracht in hun ongelukkige leven.

Zij geloofden waarlijk dat Ik de Zoon van God was.
Hoe kon de Zoon van God aan het kruis eindigen, vroegen zij elkaar.
Hun afgrijzen nam toe met iedere vraag. Het was ondenkbaar.
Zij voelden een enorme leegte voor hen opengaan,
een leegte in hun leven en een reusachtige krater in de aarde waarop zij liepen
en een enorm toenemen van instabiliteit en gebrek aan doelstelling voor henzelf.
Wat Ik hen vertelde over mijn aanstaande kruisiging, durfden zij niet te overdenken.
Een dergelijke gebeurtenis zou alles vernietigen waar zij met
heel hun hart in geloofd hadden.

Bijgevolg verzetten mijn discipelen zich luidkeels
en met een veelheid van woorden tegen wat Ik hen probeerde te vertellen
en stelden telkens opnieuw dat zoiets nooit zou gebeuren.

Toen Ik krachtig hun koppige ontkenningen weerstond,
werden zij uiteindelijk gedwongen hun argumentering tot bedaren te brengen
en uiterlijk te accepteren dat zoiets mogelijk kon zijn.

Ik vertelde hen dat zij mij na mijn dood opnieuw zouden zien
en dat Ik verwachtte dat zij het werk zouden voortzetten dat Ik begonnen was.

De pijn en het vluchten in argumenten die Ik in mijn discipelen gewekt had,
trof ook mij diep.

Het was geen gemakkelijke onderneming
om naar Jeruzalem te gaan waar mij mijn lot te wachten stond.
Bovenal vroeg Ik me af hoe Ik opgewassen zou zijn
tegen deze grote beproeving van mijn volharding.
Zou Ik in staat zijn de lichamelijke gesteldheid te transcenderen
en Universeel Vader Bewustzijn binnen te gaan en daar kunnen verblijven tot Ik stierf?

Soms was Ik zeer angstig voor de beproeving,
maar Ik durfde deze angst niet aan mijn discipelen te onthullen.
Daarom begon Ik mijn laatste reis naar Jeruzalem met sterk gemengde gevoelens.
Aan de ene kant was Ik vermoeid van het genezen en praten
en onderrichten van mensen die met open mond luisterden
en geen werkelijk begrip hadden van wat Ik hen ook maar probeerde te vertellen.

Ik had gedacht dat mijn kennis mensen in staat zou stellen
uit hun ellende op te klimmen en op z’n allerminst contact met de ‘Vader’ te maken
en een glimp van het ‘koninkrijk der hemelen’ op te vangen.
Er was geen blijk van een dergelijk spiritueel ontwaken geweest,
zelfs niet bij mijn discipelen.
Mijn teleurstelling en gevoel van mislukking deden mij ernaar uitkijken
om vanuit het aardse leven verder te gaan naar het luisterrijke bestaan
waarvan Ik wist dat het mij na mijn dood te wachten stond.

Tegelijkertijd vroeg Ik me af hoe Ik de pijn van de kruisiging zou doorstaan.
Door mijn hele missie heen had Ik in een min of meer consistent vre
edzame, herhaaldelijk verheven, gemoedstoestand geleefd,
met mijn gedachten gefocust op het ‘Vadet Liefdesbewustziin’,
ontwerper/maker van alle zijn,wetende dat Ik maar hoefde te vragen
en dat waar Ik om vroeg zich snel zou manifesteren.
Zou Ik in staat zijn mijn gelijkmoedigheid te behouden
wanneer Ik voor de Raad gebracht werd, naar mijn kruisiging geleid,
aan het kruis genageld met mijn gewicht hangende aan mijn handen?

Omdat Ik nu aan twijfel en angst toegaf,
was het normale niveau van mijn bewustzijnsfrequenties aan het dalen.
Zij haalden mij neer naar de frequenties van het aardse bewustzijnsvlak.
Ik viel opnieuw ten prooi aan mijn oude agressie die mij aanzette tot onredelijk handelen,
waar Ik voordien nooit aan gedacht zou hebben
toen Ik in mijn voormalige staat van totale harmonie met het ‘Vader Liefdesbewustzijn’ was.
Mijn twijfels en conflicten manifesteerden zich in mijn leven als menselijke emoties
en impulsen die inbreuk maakten op de Kosmische Wet van Liefde.

Eerder was er de episode van de Vijgenboom.

Ik was hongerig en ging naar de boom,
niet echt verwachtend vruchten te vinden,
omdat het niet het juiste seizoen voor vijgen was.
Toen mijn zoektocht ‘onvruchtbaar’ was, vervloekte Ik de vijgenboom.
Vierentwintig uur later was hij tot aan zijn wortels verschrompeld.

Het was een schokkende ervaring.
Het was de eerste keer dat mijn woorden schade aan iets berokkend hadden.
Voor mijn discipelen, echter,
demonstreerde het duidelijk de kracht van GEDACHTE ten goede of ten kwade.
Het toonde hen dat hoe spiritueler een persoon ontwikkeld is,
hoe groter de impact van zijn woorden op de omgeving is.

Ik nam de gelegenheid te baat, om aan mijn discipelen uit te leggen
dat Ik mij achteloos gedragen had, net als de gemiddelde man of vrouw doet die,
wanneer zij hoge verwachtingen hebben, niet kunnen krijgen wat zij willen.

Zij reageren gewoonlijk met woede, tranen, vijandelijkheid en zelfs scherpe woorden
die wel of niet kunnen uitgroeien tot een soort van ‘ziek-wensen’
of vervloeken van de persoon die hen hun hartsverlangen heeft ontzegd.

Zij hadden nu zelf gezien wat mijn vervloeking met de vijgenboom had gedaan.
Zij zouden nu moeten kunnen begrijpen dat,
terwijl een sterke overtuigdheid alles zou voortbrengen wat zij zich zouden wensen en voorstellen,
zij zich ook constant van hun eigen mentaal-emotionele gesteldheid bewust zouden moeten zijn.

Zij moesten geen wrok tegen anderen koesteren,
maar moesten snel vergeven,
anders zouden zij veel schade kunnen berokkenen aan diegenen die zij verafschuwden
welke schade te zijner tijd naar hen zou terugkeren,
als een oogst van hun zaaien.

Bovendien, zoals iemand zaait, zo oogst hij.

Ik wist dat wat Ik de vijgenboom had aangedaan,
onvermijdelijk in één of andere vorm naar mij zou terugkeren.
Ik nam mijn discipelen mee naar de Tempel.
Er waren vele jaren verstreken sinds Ik daar was geweest
en Ik wist dat mijn bezoek zou dienen om de gebeurtenissen in gang te zetten
die tot mijn kruisiging zouden leiden.

Sommigen van de mensen herkenden mij
en als antwoord op hun verzoek begon Ik hen te onderrichten.
Er kwamen meer mensen bij en verdrukten de geldschieters die begonnen te klagen.
Hun geschreeuw en luide klachten onderbraken mijn gedachten gang terwijl Ik aan het onderrichten was.
Plotseling werd mijn toorn gewekt.

Hier hadden mensen zich oprecht om mij heen verzameld,
die de woorden van LEVEN wilden horen
die Ik spoedig niet meer tot hen zou kunnen spreken,
daar waren de geldschieters die hun brood verdienden met het verkopen van kleinvee als offergaven, die de mensen hoe dan ook geen goed deden.

Deze mannen stortten mensen enkel in schulden en ellende.
Ik voelde het bloed naar mijn hoofd stijgen en Ik duwde de tafels omver,
verstrooide hun geld en Ik verdreef de op geld beluste mannen uit de Tempel.
Nu was er grote commotie van schreeuwen en gillen.
Sommige mensen repten zich om het geld op te rapen.

De geldschieters riepen vloeken over mijn hoofd af,
mij uitmakende voor kwaadaardig,
voor iemand die het werk doet van Beëlzebub en duizend andere duivels.

De Priesters en Farizeeërs en alle mensen die veel baat hadden bij de offers in de Tempel,
kwamen tezamen aangerend om de oorzaak van het lawaai en de verwarring te vernemen.
Toen zij het verhaal van de geldschieters hoorden,
waren zij zo verbolgen over mijn daden dat zij mij luidkeels begonnen te veroordelen
en te weeklagen om de Priesters te imponeren,
ieder van hen protesteerde luider dan zijn buur om zijn ontsteltenis te tonen over wat Ik had gedaan.

Zoiets hadden ze nog nooit eerder in de Tempel gezien.
Zelfs diegenen die voorheen naar mij hadden geluisterd,
waren nu verontrust over mijn eigenzinnigheid
en vroegen zich af wat voor soort man Ik wel mocht zijn.
Zij stonden dicht bijeen, het gebeuren gadeslaand,
toen zij werden opgemerkt en benaderd door de Priesters en Farizeeërs
die hen overtuigden dat Ik alles probeerde te vernietigen waarin zij hadden geloofd,
een valse ‘God’ predikend,
volkomen anders dan alles wat zij ooit in hun synagogen gehoord hadden.

De Priesters gaven hun eigen verbolgen woede door aan de mensen
en overtuigden hen dat mijn zonde hen ook zou besmetten
als zij volhardden in het luisteren naar mijn waanzin.

Geleidelijk aan werden de mensen overtuigd dat Ik een boosaardige verleider was
en verwijderd moest worden, voor Ik de vrede van het land zou kunnen ontwrichten
en de toorn van de Romeinse Gouverneur over het hele land van Palestina zou afroepen.

Mijn discipelen, beschaamd over wat Ik had gedaan, verlieten stilletjes de scène
en verborgen zich in de stegen op enige afstand van de Tempel.
Toen zij later naar mij terugkeerden,
toonden zij duidelijk dat ook zij ernstig waren beproefd door mijn daden.
Zij vroegen zich af of Ik mijn verstand had verloren, gek geworden was,
mijn dood te voorspellen
en dan precies die dingen deed die er vermoedelijk de oorzaak van zouden worden.

Het was in die tijd dat Judas,
die nooit helemaal zijn Joodse overtuigingen had afgeschud,
er aan begon te twijfelen of Ik überhaupt de Messias wel was.
Drie jaar had Ik de mensen onderricht en de Romeinse overheersing was niet verminderd.
Drie jaar en mensen waren niets dichter bij het geluk dat Ik hen beloofd had.

En nu leek het dat Ik op het punt stond om een onruststoker te worden,
die hen de toorn van Rome op de hals haalde.
Judas hoorde dat de Joodse Hogepriester van mij af wilde
en daarom bood hij zijn diensten aan om mijn persoon aan te wijzen
wanneer hem gevraagd werd dat te doen.

Toen het voor mij tijd was om het Pascha met mijn discipelen te nuttigen,
regelde Ik dat wij het allen samen in een grote eetkamer zouden nuttigen.
Ik wist dat het de laatste keer zou zijn dat Ik enig voedsel op aarde zou eten.
Ik wil niet diep in het bewustzijn van die nacht teruggaan.

Ik voelde grote droefheid om mijn discipelen die mij zo goed gediend hadden,
achter te moeten laten.
Met mijn droefheid kwamen al mijn angsten en conflicten terug.
Ik had momenten van diep emotioneel zelf-medelijden.
Ik voelde dat niemand begreep wat Ik allemaal voor mijn volk had proberen te doen
en welk offer Ik bereid was voor hen te brengen.

Johannes gaf een levendig verslag van het verhaal van de laatste nacht
van de Israëlieten in Egypte voordat zij naar de woestijn ontsnapten.
Hij sprak van de instructies die Mozes aan het hoofd van elke familie gaf
om een smetteloos lam te doden, het op een bepaalde wijze te koken
en het bloed ervan op de deurposten van alle Israëlische woningen te schilderen,
omdat precies die nacht engelen zouden komen
om alle eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren en hun vee af te slachten.
Met veel animo herhaalde hij de kreten die door de Egyptenaren geslaakt werden
toen zij ontwaakten en de bebloede eerstgeborene in elk huis vonden.
Geen ervan werd gespaard.

Het was van het soort afschuwelijke verhalen die Ik afwees
als van geen enkele waarde voor iemand die hogere spirituele Waarheid zocht.

Ik vroeg me af hoeveel mijn discipelen echt begrepen hadden
toen Ik sprak over hun ‘Hemelse Vader’ en Zijn liefde voor de hele mensheid.
Hoe konden zij genieten van de gedachte dat ‘engelen’ de Egyptische eerstgeborene doodden,
terwijl Ik hen duidelijk had verteld dat ‘God’, de ‘Vader’, Liefde was.

Maar de Joden waren altijd al in beslag genomen geweest
door het vergieten van bloed om te boeten voor hun zonden.
Zelfs Abraham, de stichter van de Israëlische natie,
was ervan overtuigd geweest dat hij zijn enige zoon moest meenemen naar de woestijn
en hem doden en aanbieden als offergave aan God.
Een heidense en walgelijke gedachte!
Ik dacht aan de dierenoffers in de Tempel.
Alles liefhebbend wat in de schepping in het wild leeft, zoals Ik dat deed,
was dit gebruik een gruwel voor mij.

En nu stond Ik op het punt ter dood gebracht te worden,
omdat Ik het gewaagd had de woorden van Waarheid te spreken.
En wanneer Ik beschouwde hoe weinig Ik bereikt had in het doorgeven van mijn kennis,
vroeg Ik me af waarom Ik op een dergelijke missie was gestuurd!

Ik voelde een kortstondige kramp van verbolgenheid
en woede mijn gebruikelijke gevoelens van liefde voor deze mannen doorweven.

Met enig cynisme vroeg Ik me af
welk effectief aandenken Ik bij hen zou kunnen achterlaten,
om al mijn leringen opnieuw in hun geest op te roepen wanneer Ik niet meer bij hen was.
Als zij zo vlug al mijn leringen over de ‘Liefde van de Vader’ konden vergeten
en genieten van het verschrikkelijke verhaal van het Pascha,
terwijl Ik nog bij hen in de kamer was, hoeveel zouden zij zich dan herinneren
wanneer Ik als een ‘crimineel’ aan het kruis was gestorven,
de meest verachtelijke aller doden?

Toen kwam het bij mij op dat, aangezien zij zo door ‘bloedvergieten’ werden bewogen,
Ik hen bloed zou geven om zich mij te herinneren!

Met deze ironische weerspiegelingen nam Ik een brood,
brak het en gaf het door aan mijn discipelen en zei hen het te eten.
Ik vergeleek de gebrokenheid van het brood
met de toekomstige gebrokenheid van mijn lichaam
en vroeg hen om dit ‘breken en verdelen van brood’ te herhalen
als een middel om zich het offeren van mijn lichaam te herinneren
teneinde hen de WAARHEID te brengen,
de Waarheid over God en de Waarheid over leven, de Waarheid over Liefde.

Terwijl zij zich realiseerden dat Ik in een vreemde stemming was,
stopten ze met eten, luisterden, namen het brood en aten het in stilte.

Vervolgens nam Ik mijn beker met wijn en gaf die door,
zei dat zij er allen van moesten drinken,
want het was een symbool van mijn bloed dat spoedig vergoten zou worden,
omdat Ik het gewaagd had hen de Bestaanswaarheid te brengen.
Ik zag dat de scherpte in mijn stem sommigen van hen had geraakt.
Ernstig nam eenieder een slokje en gaf de beker dan door aan zijn buurman.
Maar nog steeds zeiden zij niets.

Zij voelden dat het mij ernst was en dat Ik geen enkele tegenspraak meer zou dulden.
Toen vertelde Ik hen dat een zekere man onder hen mij zou verraden.

(Persoonlijk begreep Ik zijn motieven en wist dat hij een noodzakelijk deel was van het toekomstige verloop van de gebeurtenissen. Hij speelde slechts een rol die zijn aard hem influisterde te doen. Ik wist dat hij zeer zou lijden en Ik voelde mededogen voor hem. Maar deze gedachten hield Ik voor mezelf).

Toen Ik vermeldde dat één van hen mij zou verraden
en tegen Judas zei weg te gaan en vlug te doen wat hij moest doen,
kwamen de discipelen tot leven,
terwijl zij zich afvroegen of dit echt hun laatste maaltijd met mij was.

Nu was er heel wat emotioneel verdriet, vragen,
zelfs beschuldigingen omdat Ik hen in een dergelijke val gelokt had.
Opnieuw vroegen zij zich af wat zij met hun leven aan zouden moeten nadat Ik weg was.
Zij vroegen wat voor soort positie zij in de maatschappij zouden hebben als Ik gekruisigd zou worden.

Zij zouden een mikpunt van spot zijn, stelden zij.
Niemand zou ooit nog een woord geloven van wat zij zeiden.

Diep bedroefd door hun zelf-gerichte reactie op mijn hachelijke situatie,
verzekerde Ik hen dat zij niet hoefden te vrezen voor hun eigen veiligheid.
Zij zouden mij verlaten en zouden niet in verband gebracht worden met mijn kruisiging.
Ik stelde voor dat zij zich, na mijn dood, zouden verspreiden en naar Galilea terugkeren.

Dit raakte Petrus diep en hij reageerde, krachtig ontkennend dat hij mij ooit zou verlaten,
maar natuurlijk deed hij dat wel.

Al de liefde die Ik voor mijn medemensen had gevoeld,
alles wat Ik voor hen verlangd had te bereiken,
stuitte, op dit moment van mijn eigen behoefte,
nog steeds op leeg onbegrip, zelfs op weerstand.

Hun enige zorg was wat er met hen zou gebeuren.
Er was geen woord van vriendelijkheid, aanbieden van hulp,
smart om mijn toekomstige beproeving.

Hoe hard was het menselijk hart, dacht Ik.
Hoeveel afmattende eeuwen zouden voorbijgaan
voordat de mens in staat zou zijn uit te stijgen boven zijn eigen leed en pijn
om maar een glimp van liefde en mededogen te voelen voor andere ongelukkigen
die in een slechtere toestand dan hijzelf verkeren?

En dus, hoewel diep teleurgesteld, zelfs gekwetst, door hun zelfzuchtige reacties,
begreep Ik hen ook en probeerde mijn discipelen moed te geven om de toekomst aan te durven
en verzekerde hen dat Ik altijd bij hen zou zijn,
zelfs wanneer Ik aan hun oog onttrokken was.

Het werk dat Ik begonnen was, zou ondersteund worden vanuit gene zijde.
Ik zou hen niet alleen laten.
Zij zouden mijn aanwezigheid kennen en voelen en dit zou een troost voor hen zijn.
Ik zei hen vast te houden aan hun herinneringen van mijn tijd bij hen.

Ik waarschuwde,
dat er velen zouden zijn die voort zouden gaan in de kennis die Ik hen gegeven had,
maar er zouden buitenstaanders zijn die zouden proberen
om de stem van traditie en redenatie aan mijn leringen toe te voegen.

Mijn woorden zouden zo vervormd worden
dat ze uiteindelijk niet langer de oorspronkelijke Waarheid zouden openbaren
die Ik de wereld had gebracht.

Toen Ik hen vertelde dat dit zou gebeuren, waren zij overstuur, zelfs panisch getroffen.
Ik was opgelucht te zien dat mijn leringen uiteindelijk niet tevergeefs waren geweest,
zij waren niet tegen dovemans-oren gesproken.
Zij vroegen mij hen meer te vertellen,
maar Ik hief mijn handen op en zei dat dit alles was wat Ik kon zeggen.

Op dit punt voelde Ik dat Ik alles had gezegd wat Ik ooit wilde zeggen,
terwijl Ik op aarde was, dat mijn toespreken van mensen volbracht was.
Het enige wat Ik bijzonder diep wenste,
was om me in stilte terug te trekken
en vrede en troost te vinden in mijn contact met de ‘Vader’.

Wij verlieten de eetkamer en liepen naar de Olijfberg,
maar de stemming van mijn discipelen was er één van innerlijk conflict, angst en twijfel.
De meesten van hen vertrokken om zich bij hun familie en vrienden te voegen
die hun eigen Pascha nog aan het vieren zouden zijn.

In de tuin was er een bijzonder rotsblok, in de vorm van een kleine grot.
Ik ging er graag schuilen voor de wind. En zo zat en mediteerde en bad Ik
terwijl Ik een weg zocht naar de verheven harmonie die Ik in het verleden had beleefd.
Ik wist dat wanneer Ik mij afstemde op de ‘Vader Liefde’,
mijn angsten zouden oplossen
en Ik opnieuw in een staat van totaal en absoluut vreedzaam vertrouwen zou zijn.

Terwijl Ik de Kracht van Liefde mij binnen voelde gaan
en bezit voelde nemen van mijn menselijk bewustzijn,
nam de kracht om te verdragen wat in het verschiet lag, bezit van mijn hart.
Ik zou in staat zijn binnen de Liefde te verblijven
en de Liefde aan anderen te geven tot het uiterste einde.
En zo was het.

Ik zal niet eens proberen terug te keren
naar de toestand van het proces en de kruisiging. Het is van geen belang.

Toen Ik uiteindelijk aan het kruis stierf
en mijn ziele-geest zich uit mijn gefolterde lichaam terugtrok,
werd Ik in onbeschrijflijk en stralend LICHT verheven.
Ik werd omsloten in de warmte en troost van LIEFDE,
zoals Ik nooit eerder ervaren had.

Ik had een sensatie van omhullende bevestiging,
een krachtige verzekering van goed geleverd werk,
van extase in universele kracht om het werk voort te zetten,
vreugde en vervoering ver voorbij alles wat de aardse gesteldheid ooit kan kennen.

Ik ging over in een nieuwe en wonderlijk mooie manier van leven,
maar Ik daalde nog af in bewustzijn om in contact te blijven
met de mensen die Ik achtergelaten had.

Ik was in staat mezelf te tonen aan diegenen
die voldoende gevoelig waren om mij te kunnen zien.

Het verhaal van Thomas echter,
die naar verondersteld werd, mijn wonden betastte, is onzin.

Mijn discipelen wisten niet dat Ik in het geheim
met Jozef van Arimathea had geregeld
mijn lichaam na mijn dood naar zijn eigen ongebruikte graf te brengen,
waar hij het volgens traditie zou zalven voor de zon onderging.

Dan, wanneer de duisternis ingevallen was
en de sabbat door iedereen in Jeruzalem in acht genomen werd,
zou hij, geholpen door twee betrouwbare dienaren te paard,
mijn lichaam tijdens de nacht heimelijk meenemen
en langs afgelegen wegen overdag naar een berghelling buiten Nazaret in Galilea brengen.

Daar, verder geholpen door mijn familie, zou hij, als hij mijn aanwijzingen volgde,
een kleine verborgen grot vinden die mij beschutting had gegeven tegen stormen
en die een toevluchtsoord was om zonder mensen te zijn toen Ik jong, ongelukkig
en rebels en in disharmonie met de wereld was.

Jozef beloofde de grot te vinden met behulp van een kaart die Ik hem had gegeven
en mij daar achter te laten na het verder balsemen.

Hij zou de kleine ingang dicht bouwen om deze volledig te blokkeren voor indringers.
Daar heeft mijn lichaam gerust, vrij van hinder.

Er is over mij gezegd dat ‘mijn lichaam uit de dood is verrezen’.
Wat een onzinnigheid, opgedist door aardse geesten die niet wisten,
hoe ze mijn dood als een crimineel aan een kruis bevredigend konden uitleggen!
Welke behoefte zou Ik aan een aards lichaam hebben om voort te bestaan in de
volgende dimensie?

Hoe kon zo’n belachelijke mythe zelfs tot in de 21ste eeuw voortbestaan?
Het is een maat voor het gebrek aan begrip van Christenen geweest
dat zij tot op dit moment een dergelijk dogma blindelings hebben geaccepteerd.

Denk hier zorgvuldig over na.
Verlost zijnde van een aards lichaam en na mijn ervaring
van de extase en luisterrijke vervoering van overgang naar een hogere dimensie
van UNIVERSEEL-BEWUSTZIJN,
waarom zou Ik naar de aardse dimensie willen terugkeren om mijn lichaam opnieuw binnen te gaan?
Van welk nut zou het voor mij zijn in jouw wereld of in die van mij?

Zou mijn aardse lichaam niet een last en een belemmering zijn
voor mijn verdere reizen binnen de hoogste Spirituele Koninkrijken?

Zichtbare dingen zijn niet meer dan
een uiting van specifieke trillingsfrequenties in bewustzijn
die een ‘FLIKKERING VAN STOFJES OF DEELTJES’ produceert,
welke een aanblik van vaste ‘materie’ geeft.

Elke zichtbare substantie bezit haar eigen unieke trillingsfrequentie.
Een verandering in de trillingssnelheid produceert een verandering in het vóórkomen van ‘materie’.
Naarmate bewustzijnsenergieën veranderen, verandert het vóórkomen van ‘materie’ ook.
Daarom was het voor mij mogelijk om mijn bewustzijnsfrequenties te richten op
en te verlagen tot dat punt waarop mijn vorm voor het menselijk oog zichtbaar werd.

Ik kon naar mijn discipelen terugkeren en door hen gezien worden.
En dat deed Ik.
Ik hield meer van hen dan ooit tevoren en was hen zo veel troost en ondersteuning verschuldigd
als Ik hen na mijn dood maar kon bieden.

Niet alleen dit, het was noodzakelijk om mijn eigen kracht hun geest binnen te zenden
teneinde hen de stimulans en moed te geven om het werk voort te zetten dat Ik begonnen was.

Ik wil echter dat je weet dat het ‘geïndividualiseerde bewustzijn’
dat in trillingsfrequenties gestegen is tot aan dé portalen van de Universele Scheppende Dimensie,
GEïNDIVIDUALISEERD LICHT wordt, een GEïNDIVIDUALISEERD BEWUSTZIJN,
dat geen lichaam nodig heeft om daarin alles wat het GLORIEUZE BEWUSTZIJN
in de hoogste SPIRITUELE RIJKEN kan bedenken, uit te drukken en ervan te genieten.

Het is een opperste en verrukte staat van zijn die geen enkele van de behoeften,
verlangens, impulsen heeft die ervaren worden
door hen die niet volledig uitgestegen zijn voorbij en boven het ego.

Zolang je op aarde leeft,
blijft je geest verankerd binnen bepaalde parameters van trillingsfrequenties,
gevangen in een lichaam dat haar eigen behoeften heeft.
Als je bewustzijn waarlijk boven deze parameters zou uitrijzen, zou jouw aardse zelf verdwijnen.
Toen Ik in een lichaam opgesloten was, werd ook Ik grotendeels beperkt
tot deze parameters van trillingsfrequènties en bewustzijn.

Bovendien kan verbeelding alleen niet verder stijgen dan jouw eerdere ervaringen
en daarom ben je beperkt tot jouw verleden dat je naar je toekomst projecteert.

Echter, beetje bij beetje,
zul je geleid worden door de geesten van diegenen die gevoelig genoeg zijn
om de hogere spirituele dimensies te bereiken
en aldus kun jij je voorbij jouw huidige bewustzijnsgrenzen bewegen.

Zij zullen voor jou getuigen
van deze wonderbaarlijke ervaringen
en zijns-staat,
die uitgaat boven de jouwe, waar jij dan zelf naar kunt streven.

Op deze manier ga je vooruit in niveaus of treden van spirituele ontwikkeling.
Elke trede brengt je een hogere visie van wat bereikt kan worden
en vanuit deze visie formuleer je een nieuw doel.
Met dit doel steeds voor je, werk je om jezelf te reinigen
van de besmettelijke invloed van de ‘binding-afwijzing’-impulsen van je aardse bestaan.

Trede voor trede transcendeer je jouw ego.
Wanneer je jouw ego transcendeert en dat binnenin jouw bewustzijn sterft,
ben je nu springlevend binnen het ‘VaderLiefdesbewustzijn’
en ontdek je de realiteit van het koninkrijk der hemelen in je leven, in jezelf en in je omgeving.

Om JOU in staat te stellen
deze superlatieven van liefde, vreugde, harmonie en vervoering te bereiken,
leefde, werkte en stierf Ik in Palestina
en ben Ik nu in deze Brieven naar jou gekomen.
Laat mijn werk deze tweede keer niet tevergeefs zijn.

Terwijl je deze pagina’s leest, zoek, mediteer en bid om inspiratie,
je zult het antwoord van de ‘Vader’ gaan voelen en als je iedere dag aandachtig
luistert, zul je de Stem van de ‘Vader’ horen.
Deze Stem is steeds mét jou.
Ontmantel de barrières geschapen door eigen-wil.
Open jezelf om kracht, vermogen, inspiratie en liefde rechtstreeks van het ‘Vader-Liefdes bewustzijn’ te ontvangen.

Lees en herlees deze Brieven
opdat zij uiteindelijk in je bewustzijn opgenomen mogen worden.

Terwijl je dit doet,
zul je reizen in de richting van LICHT
en je zult LICHT naar anderen uitstralen.

Zulk LICHT is niet slechts ‘licht’ zoals elektriciteit,
maar is dé aard van UNIVERSEEL-BEWUSTZIJN dat Ik je in mijn Brief 1 beschreef.

Daarom zul je, naarmate je het LICHT uitstraalt, onvoorwaardelijke liefde uitstralen.
Je zult de groei en spirituele ontwikkeling van iedere andere levende entiteit bevorderen.
Je zult ernaar smachten te voeden en te verzorgen,
je zult werken om bescherming en genezing en educatie te bevorderen.
Je zult ernaar verlangen te helpen in de vestiging van liefdevolle wet en orde
waarin iedereen in staat zal zijn harmonisch, succesvol en voorspoedig te leven.
Je zult in het Koninkrijk der Hemelen zijn.

Laten er tegelijkertijd geen illusies zijn.
Als er stappen worden ondernomen
om deze Brieven in de rest van de wereld te introduceren,
zullen er precies dezelfde beschuldigingen, dezelfde veroordelingen,
hetzelfde gepraat zijn over satan, de duivel,
als er was toen Ik voor het eerst in Palestina onderrichtte.
Wees sterk, bid voor moed.

Diegenen die tot het einde volharden,
zullen boven de beroering en het geweld uitstijgen
en zullen in de vrede en vreugde van het koninkrijk rusten.

 

*************************************************************************

 

BRON: CHRISTUS’ BRIEVEN, www.christuswijs.nl.

 

It's only fair to share...Share on facebook
Facebook
Share on google
Google
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
Linkedin